5 Belangrijke Punten bij het Tegelen

  1. Oppervlaktevoorbereiding
    Het oppervlak moet vlak, schoon en droog zijn.
    Stof, vet of resten van oude afwerking verminderen de hechting.
    Gebruik indien nodig egalisatiemortel of primer om een vlakke basis te creëren.
  2. Nauwkeurige Meting en Planning
    Bepaal vóór het leggen de middenlijnen.
    Zorg dat de afgesneden tegels aan de randen niet te smal worden.
    Test het patroon met een droge legging voordat je begint.
  3. Geschikte Lijm en Voegbreedte
    Kies de juiste tegellijm voor binnen, buiten of vochtige ruimtes.
    Bij grote tegels: gebruik flexibele lijm en de “buttering-floating”-techniek.
    Pas de voegbreedte (meestal 2–5 mm) aan op basis van het formaat en type tegel.
  4. Nauwkeurige Uitlijning (Waterpas en Niveau)
    Controleer elke rij met een laser of waterpas.
    Gebruik voegkruisjes of nivelleersystemen voor gelijke afstanden.
    Blijf controleren zolang de lijm nog niet uitgehard is.
  5. Voegen en Bescherming
    Breng de voegmortel aan nadat de lijm volledig is uitgehard.
    Vul de voegen met een rubberen spaan en verwijder overtollige mortel met een vochtige spons.
    Gebruik in natte ruimtes waterafstotende voegmortel.
    Bescherm het oppervlak 24 uur tegen water en zware belasting.

💡 Extra tip: Bij grote tegels voorkomt het aanbrengen van lijm op zowel de ondergrond als de achterkant van de tegel (“dubbel verlijmen”) hoogteverschillen en verbetert het resultaat.